Hoe gaat een gebitsbehandeling in zijn werk?
Voor wordt over aangevangen met de daadwerkelijke gebitsbehandeling wordt een gebitsinspectie gedaan en een anamnese afgenomen.
Vragen als ‘ maakt het dier proppen?’, ‘hoe voelt hij in de hand tijdens het rijden?’, ‘is hij afgevallen?’ zullen worden gesteld. Dit samen met de inspectie van het gebit zullen een beeld geven van de ernst van de situatie. Het kaakgewricht en de uitwendige structuren die met het gebit en het kauwen gemoeid gaan worden zorgvuldig onderzocht.
Voor de behandeling van het gebit wordt uw paard of pony gesedeerd. Door een licht roesje te geven ervaren de paarden veel minder stress, schudden ze minder
met hun hoofd, waardoor er minder kans is op slijmvliesverwondingen in de mond, is er betere veiligheid voor de dierenarts gewaarborgd en is de behandeling sneller klaar. Bij oudere paarden met een hoger anesthesierisico kan desondanks toch gekozen worden de sedatie weg te laten.
Indien u wenst het gebit van uw paard zonder sedatie te laten behandelen, kan dit overlegd worden.
Na de sedatie wordt de mondsperder ingebracht, waarna de gebitsbehandeling zowel electrisch als handmatig uitgevoerd worden. De dierenartsen van Dierenartspraktijk Stal Wennekers maken een nauwkeurige inventarisatie van het gehele gebit door middel van kijken met een lampje en door te voelen.
Wisselen, van jong naar oud gebit en algemene anatomie van het paardengebit.
Paarden wisselen net als mensen hun tanden.
Een paard heeft vanaf het midden genomen drie voortanden naar rechts en drie voortanden naar links, zowel boven als onder. Als u de lip van het paard optilt, is dit zichtbaar. Deze drie tanden wisselen als volgt:
– voortand het meest naar het midden komt door in de eerste week na de geboorte en wisselt op 2,5 jaar;
– voortand 1 tand meer naar buiten komt door tussen de 4-6 weken en wisselt op 3,5 jaar;
– voortand het meest aan de buitenkant komt door tussen de 6-9 maanden en wisselt op 4,5 jaar;
Naast bovenstaande voortanden hebben sommige hengsten (en soms ook merries) een zogenaamde hengstentand op de onderkaak.
Alle paarden hebben een ruimte tussen hun voortanden en het begin van de kiezenrij. Dit noemen we een diasteem. Dit is de plek waar het bit ligt.
Sommige paarden hebben voordat hun kiezenrij begint aan de bovenkant een zogenaamde wolfskies (PM1). Deze kan in de weg zitten met het bit bij het rijden en wordt dan ook vaak verwijderd.
Deze wolfstand wordt in de vaktermen eigenlijk de eerste kies genoemd. Veel paarden missen dus hun eerste kies. De kiezen waarmee gekauwd wordt beginnen dan ook te tellen vanaf kies PM2 (zie afbeelding).
De P staat voor Pré-molaar (voor de molaar kiezen). De M staat voor Molaar (achterste kiezen).
– PM1 (wolfskies) komt door na 4-5 jaar en wisselt niet;
– PM2 komt door in de eerste twee weken na de geboorte en wisselt op 2,5 jaar;
– PM3 komt door in de eerste twee weken na de geboorte en wisselt na 3 jaar;
– PM4 komt door in de eerste twee weken na de geboorte en wisselt na 4 jaar;
– M1 komt door tussen de 9-12 weken en wisselt niet;
– M2 komt door rond de 2 jaar en wisselt niet;
– M3 komt door tussen de 3,5 en 4 jaar en wisselt niet.
Paarden kunnen net als kinderen last hebben van het wisselen van hun gebit. Als de nieuwe/ permanente kies de oude melk/kies of tand uit de kaak duwt, kunnen er ‘doppen’ ontstaan. De jeugdtanden/kiezen vormen dus een soort ‘dop’ op de permanente kies/tand. Dit kunnen de paarden als vervelend ervaren. Het doorkomen van nieuwe kiezen voelt vaak ook niet comfortabel.
(zie afbeelding). De tanden zelf ‘draaien’ ook. Staan de tanden op jonge leeftijd eerder met het bot mee, als de dieren ouder zijn staan de voortanden meer loodrecht op de kaak (zie afbeelding).
jong-oud
Jonge bolle stand naar oudere rechte stand.
1 jaar-15jaar
Links: paard 1 jaar, tanden met kaakrichting mee;
Rechts: paard 15 jaar, tanden meer loodrecht op de kaakrichting.
Duidelijk is dat dieren tot 4,5 goed te herkennen zijn aan het wisselpatroon. Hele oude paarden hebben ook duidelijke oudere voortanden.
Maar hoe zit het met de leeftijd van de dieren tussen de 4,5 en de hele oude dieren?
De leeftijd van deze dieren is veel moeilijker te schatten, maar niet onmogelijk. We kunnen dat doen aan de hand van de slijtage
van de tanden. Paardentanden groeien altijd door. Doordat ze doorgroeien slijten de bovenkiezen en de onderkiezen tegen elkaar af, zo ook met de voortanden.
Normale kauwbeweging van het paard en de beweging die het paard moet maken vanauit het kaakgewricht tijdens de aanleuning.
Tijdens het eten:
Normaal gesproken maakt een paard tijden het kauwen van zijn eten een beweging met zijn onderkaak van links naar rechts en van rechts naar links. Hij behoort beide bewegingen evenveel uit te voeren.
Tijdens het grazen:
Onderkaak schuift naar voren.
Tijdens de aanleuning:
Onderkaak schuift naar voren/ moet flexibel zijn.
Veel voorkomende gebitsproblemen
– haken
– emaillepunten
– leasies in het wangslijmvlies
– wisselen/doppen
– diastema
– golfgebitten
Hoe merkt u dat uw paard last heeft van zijn gebit?
Als uw paard last heeft van zijn gebit kan hij dat op verschillende manieren uiten:
– het paard eet met ‘lange tanden’, hij doet langer
over zijn eten en het gaat moeizamer;
– het paard maakt ‘proppen’, doordat hij last heeft van een deel van zijn gebit maakt het paard niet de totale beweging die hij moet maken tijdens het kauwen. Hierdoor hoopt voedsel zich op tussen wang en kiezen. Dit valt op een moment als een prop uit zijn mond;
– het paard komt tegen de hand tijdens het rijden, hij vindt het niet fijn uw hand te volgen en zal in verzet gaan. De beweging die de onderkaak moet maken tijdens het nageven zal nu namelijk belemmert worden en/of pijn doen, wat zich uit in verzet.
– onverteerde delen ruwvoer kunnen zichtbaar zijn in de mest;
– op termijn kan diarree ontstaan;
– het paard zal op den duur vermageren.
Preventie is beter dan behandelen: advies met betrekking tot de gebitsbehandelingen
Het fijnst voor paard en ruiter is dus het voorkomen van gebitsproblemen. Dierenartspraktijk Stal Wennekers raadt aan het paardengebit ieder jaar te laten nakijken. De tijd zal leren of uw paard ook daadwerkelijk ieder jaar behandeld moet worden. Sommige dieren zijn beter af als zij iedere negen maanden behandeld worden, sommige dieren kunnen met
elke twee jaar volstaan.
Jonge dieren die veel last hebben van het wisselen en de oudere dieren waarbij
de tanden aan het ‘uitbotten’ zijn, zullen meer aandacht nodig hebben.
Dieren die lang geen behandeling gehad hebben, maar ondertussen een slecht gebit hebben ontwikkeld zullen meerdere behandelingen nodig hebben om het gebit weer op orde te krijgen (te veel in 1x behandelen kan blijvende schade veroorzaken).
Bel voor meer informatie en de kosten die met de gebitsbehandeling gepaard gaan met 0610228014